Gedeputeerde Staten (GS) van de provincie heeft op 26 maart 2024 het Voorontwerp Brabants Programma Landelijk Gebied (BPLG) vastgesteld. Met dit voorontwerp zet de provincie een volgende stap in de zoektocht naar een integrale samenhang tussen wettelijke en provinciale doelen voor natuur, water en klimaat én een duurzaam perspectief voor agrarische ondernemers in het landelijk gebied.
Bestuurlijke sessies per stroomgebied in juni
Het voorontwerp bevat een voorzet hoe de verschillende doelen gerealiseerd kunnen worden. Maar het biedt ook ruimte om in de komende maanden het gesprek aan te gaan met Brabantse partners over belangrijke thema's zoals zorgvuldig omgaan met landbouwgrond, leefbaarheid, grondstrategie en de inrichting van overgangsgebieden. Voor dit gesprek met bestuurders van gemeenten en maatschappelijke organisaties organiseert de provincie, in nauwe samenwerking met de Brabantse Waterschappen, in de maand juni per stroomgebied in Brabant een sessie. U ontvangt op korte termijn een uitnodiging voor een sessie in het stroomgebied van het Waterschap waar uw gemeente deel van uit maakt.
Ambtelijke sessie (digitaal) 18 april
Op donderdag 18 april a.s. van 11.00-12.00 uur organiseert de provincie Noord-Brabant een digitale ambtelijke sessie over het Voorontwerp Brabants Programma Landelijk Gebied (BPLG). Iedereen die geïnteresseerd is kan daaraan deelnemen. De sessie is ook later terug te kijken.
Provincie aan zet, regio betrokken
De regie voor het opstellen van het BPLG is door het Rijk in handen gelegd van de provincie. Onze regio is in het denkproces van het Voorontwerp BPLG betrokken geweest via bestuurlijk overleg (BO-BPLG), Brabantbrede partnerbijeenkomsten en de groenblauw gebiedsgerichte aanpak (GGA's). Vanuit het Poho Vitaal landelijk gebied nemen Maaike van Breugel-Smolders, Joep van de Ven en Fons d'Haens deel aan het bestuurlijk overleg. Ook is er een betrokken ambtelijke werkgroep in onze regio actief meedenkt en feedback geeft op het proces en de ontwikkelingen. Aanspreekpunten bij team MRE zijn Chantal van den Eijnden en Wendela de Ridder.