Tijdens de Omgevingsdag op 21 december 2022 organiseerden we het ontwikkelatelier 'Aan de slag in het landelijk gebied'. Hiervan is een sfeerverslag gemaakt.
Sfeerverslag
Ongeveer 25 aanwezigen, staan rondom de kaart van de regio. Ze staan ‘in’ de regio. Fons d’Haens opent het gesprek als voorzitter van het poho Transitie Landelijk Gebied. Het landelijk gebied is een belangrijk thema in het nieuwe Samenwerkingsakkoord. Onze regio is een complete regio, en dat maakt dat het nodig is dat er veel aandacht is voor de balans tussen de verstedelijking en het landelijk gebied. Dit is een ruimtelijke opgave die een puzzel is. Maar passen de puzzelstukjes op de kaart?
De 21 wethouders in het poho hebben samen een ‘position paper’ gemaakt waarin ze als regio de ankerpunten in de samenwerkingsprocessen in het landelijk gebied uiteen hebben gezet. Zowel op inhoud, governance als instrumenten. Dit is een goed uitgangspunt om aan de slag te gaan in het landelijk gebied.
Groen-blauw
Hagar Roijackers is namens de provincie aanwezig. Ze is blij om bij deze Omgevingsdag te zijn. Ze benadrukt dat dit de eerste keer is dat zij als groen – blauwe gedeputeerde aanwezig is. Uit het programma van deze omgevingsdag blijkt wel hoe complex het leggen van de ruimtelijke puzzel is in de Brabantse gebieden. Ze stelt dat de enige uitweg multifunctioneel gebruik van de ruimte is waarbij water en bodem sturend moeten zijn en we gebiedsgericht werken. En innovaties als biobased bouwen zijn noodzakelijk, dat is ‘niet alleen maar leuk’. We hebben al onze slimheid nodig. We zijn goed in innovatie, gebiedsgericht werken doen we al, het moet alleen allemaal een tandje sneller.
Ze sluit af met dat BPLG niet ‘van’ de provincie is maar van ons allemaal zoals we hier zijn. Samen aan de slag in het landelijk gebied. En de omgevingsdag daar goed voor gebruiken.
Vervolgens gaf Erik van Herk van de provincie een presentatie over het BPLG. Bekijk hier de presentatie (PDF).
Naar aanleiding van de presentatie kwamen een aantal vragen en opmerkingen:
- Zorg bij het maken van beleid dat agrariërs aanwezig zijn, neem ze mee in het hele proces. Er moet perspectief blijven voor de landbouw.
- Neem gemeenten goed mee in het proces van het BPLG, de GGA’s en Novex De Peel, zorg dat ze goed op de hoogte en goed betrokken zijn. Zij kennen de mensen en kennen het gebied én de kansen. Als ze goed en tijdig op de hoogte zijn, kunnen ze een rol hebben, zij moeten het uit kunnen leggen aan inwoners en de gemeenteraad. Belangrijk is wel dat de governance niet te ingewikkeld wordt. Er zijn nu al veel bestuurlijke tafels waar dit thema besproken wordt. Aandacht is nodig voor hoe het georganiseerd wordt.
- Dit soort omgevingsdagen moeten we vaker hebben en goed gebruiken.
- Het is belangrijk om een perspectief voor de landbouw te ontwikkelen, nieuwe structurele groen-blauwe verdienmodellen te laten zien, een nieuwe economie te tonen: “wat kan wel” met de inzet van eco-regelingen en agrarisch natuurbeheer. Ook daarom is het belangrijk agrariërs goed te betrekken bij beleidsvorming. Het gaat om nieuwe uitdagingen, dus misschien een ‘transitievergoeding’ geven in plaats van ‘planschade’
- Het is daarbij belangrijk om ook een vergoeding op lange termijn te geven aan agrariërs, niet alleen tijdelijke financiële ondersteuning.
- Voor BPLG is de provincie gebiedsautoriteit. De insteek bij Novex De Peel is anders met Rijk, 2 provincies, waterschappen en gemeenten als gelijkwaardige partners. Minister van der Wal zit bij Novex De Peel zelf aan tafel.
- Gemeenten willen meer betrokken zijn bij Novex De Peel. Gebiedsmanager Marnix Bakermans gaat binnenkort op bezoek bij de gemeenten om ze bij te praten over de ontwikkelingen.
- Gevraagd is wanneer de bestuurders bij elkaar komen om te werken aan de houtskoolschets. Voor bestuurders komt er een tussentijdse ontwikkeldag over dit onderwerp. Ambtelijk gaan we binnenkort aan de slag.
- Bij de uitvoering van de GGA’s blijkt de rechtmatigheid van beschikbare fondsen een probleem. Er is geld, maar dit kan niet ingezet worden omdat de juridische voorwaarden niet goed zijn afgestemd. Dit staat bij de provincie op het netvlies.
- Ook was er een vraag over hoe we vanaf het begin de verstedelijking en de ontwikkelingen in het landelijk gebied bij elkaar brengen. De relatie stad-land is duidelijk: voedselproductie, biobased bouwen, wonen en recreatie. De provincie werkt met 4 niveaus. Door die gelaagdheid moet een ‘satéprikker’, dat gebeurt door intensief contact en verbinding.
Tot slot werden alle aanwezigen gevraagd om op een post-it de grootste kans te schrijven, en die post-it op de geografische kaart te plakken. Hier werden hele concrete kansen op de kaart gezet, zoals: kansen voor energie opwek, voor recreatie en toerisme, voor duurzame landbouw, een bijdrage aan de schaalsprong, nieuwe vormen van ‘schone’ landbouw die juist in combinatie met de industrie worden opgepakt: food en bouwmaterialen, een recreatieve drager in het landelijk gebied, ook in combinatie met de wateropgave, en ecologische verbindingen. Maar op de post-its werden ook zorgen gedeeld. Bijvoorbeeld over het krappe tijdspad, de betrokkenheid van gemeenten, het perspectief voor agrariërs en het samen optrekken als regio.
Fons d’Haens sluit het ontwikkelatelier Aan de slag in het landelijk gebied. De opmerkingen op de post-its worden uitgewerkt en verder besproken. En verder wordt het gesprek over het landelijke gebied natuurlijk vervolgd.