Op 27 september organiseerden we een Metropoolconferentie voor raadsleden van de 21 regiogemeenten. Het was een drukke bijeenkomst, 200 raadsleden en collegeleden waren aanwezig, en voerden stevig het gesprek. Het onderwerp was de Ontwikkelstrategie Zuidoost-Brabant en in dat verlengde de regionale visie werklocaties en mobiliteit.
Elly Blanksma (burgemeester van Helmond, vicevoorzitter DB MRE) opende de bijeenkomst. Ze begon met een verwijzing naar de vorige Metropoolconferentie, toen 250 raadsleden spraken over mogelijke scenario’s in de Ontwikkelstrategie Zuidoost-Brabant, wat dit betekent voor het voorzieningenniveau en hoe deze strategie ingezet kan worden voor leefbaarheid in dorp én stad ten behoeve van brede welvaart. Tussen de vorige en deze bijeenkomst zijn de scenario’s omgevormd tot één ontwikkelstrategie waar colleges van B&W en de provincie Noord-Brabant vlak voor de zomer mee hebben ingestemd.
Deze conferentie stond in het teken om met elkaar dieper in te gaan op de Ontwikkelstrategie Zuidoost-Brabant op de thema’s wonen, bereikbaarheid en bedrijventerreinen in de verschillende deelsessies. Burgemeester Blanksma riep de aanwezigen op: “Het gesprek hierover moeten we niet alleen vanavond voeren maar de komende tijd vaker, samen regionaal, en ook in uw eigen gemeente(raad). Laten we samen in gesprek blijven over wat wel kan in onze regio en hoe we dat samen gaan doen voor onze gemeenschappen.”
Ontwikkelstrategie Zuidoost-Brabant (onderdeel wonen)
We hebben een ruimtelijke puzzel te leggen in onze regio rondom de vragen naar bedrijventerreinen, woningbouw en mobiliteit. Alle drie vragen ze om ruimtelijke claims die we niet op het schaalniveau van 1 gemeente kunnen oplossen. Marinus Biemans (wethouder Deurne en Voorzitter poho Ruimte & Wonen): “daarom hebben we een ruimtelijke ontwikkelstrategie opgezet, die ordening geeft aan deze ruimtelijke vraagstukken. Hierdoor overkomt de groei ons niet, maar zorgen we ervoor dat dit kwaliteit en vitaliteit voor de hele regio oplevert”.
Op gebied van wonen hebben we daarom twee belangrijke keuzes gemaakt. De eerste keuze is dat we de bouw van nieuwe woningen willen benutten om de kernen vitaal te houden. Raadsleden gaven aan zorgen te hebben over bijvoorbeeld eenzaamheid en het behoud van voorzieningen. Door nieuwe woningen op de juiste plek of de juist soort woningen te bouwen, kun je eenzaamheid tegengaan (samenwoonconcepten of ontmoetingsplaatsen) en voorzieningen behouden. De verwachting is dat elk dorp 10-15% aan nieuwe woningen hiervoor nodig heeft.
Maar de vraag naar woningen is groter dan die 10-15%. Daarom de tweede keuze; kiezen voor subregionale knopen. Dit zijn locaties die de subregios verbinden met het stedelijk netwerk, waarbij station Deurne, station Maarheeze en Eersel kansrijke locaties zijn, boven op de locaties in het stedelijk gebied. Door op deze locaties te investeren in goede (H)OV-bereikbaarheid, gekoppeld aan voorzieningen en woningen biedt dit een kans voor de hele (sub)regio. Hiervoor is meer onderzoek nodig.
Regionale visie werklocaties
De economische groei van de regio Zuidoost-Brabant vraagt volgens de (provinciale) prognoses om een behoorlijke hoeveelheid extra hectares aan bedrijventerrein. De bedrijven zorgen voor werkgelegenheid en dynamiek in onze regio. Maar tegelijkertijd levert dat dus ook extra ruimteclaims op naast de andere ruimteclaims voor woningbouw, landschap, water enz. In opdracht van de provincie is door de gemeenten in de regio, samen met provincie en bedrijfsleven, gewerkt aan een visie op bedrijventerreinenprogrammering. Frank Rombouts, wethouder Reusel-De Mierden en bestuurlijke afvaardiging vanuit subregionale trekkers bedrijventerreinen: “Bijzonder is dat de visie deze keer op regionale schaal is geformuleerd, in plaats van vanuit vier afzonderlijke subregio's zoals in het verleden. Daarmee wil de regio meer denken ‘als waren we één gemeente’. Tegelijkertijd moet er aandacht blijven voor lokale en subregionale eigenheid en belangen. De toenemende druk op de ruimte betekent dat er scherp moet worden gekozen, scherper dan voorheen.” Tijdens de Metropoolconferentie hebben de raadsleden van de 21 gemeenten op deze visie kunnen reageren. Wat we daarin onder andere mee hebben gekregen van raadsleden is dat er een goede balans moet zijn tussen economische groei en de effecten daarvan op Brede Welvaart. Ook werd aandacht gevraagd voor een goede balans tussen vraag en aanbod van werk: brengen we de mensen naar het werk, of brengen we het werk naar de mensen?
Regionale mobiliteit van morgen
In het panel zei Mathijs Kuijken (wethouder Bergeijk en voorzitter poho mobiliteit) het al: “De files zijn de afgelopen tijd allesbehalve afgenomen, het loopt vast. En de groei van de regio blijft doorgaan”. Daarom zijn er voor mobiliteit in de Ontwikkelstrategie ZOB ook een aantal ontwikkelprincipes opgesteld.
De regio heeft noodzakelijke en ambitieuze samenwerkingsdoelen maar wil ook snel aan de slag. Er wordt al gewerkt aan het opstellen van een regionale visie, het aanbrengen van focus en samenhang in programma’s, het beter organiseren van de sturing en het vergroten van de uitvoeringskracht met een programmabureau. Het maken van afspraken over de financiering hoort daar ook bij. Tijdens de deelsessie is de bekostigingssystematiek en het eerste pakket dat bij de schaalsprong Brainport hoort toegelicht. Het is best uniek dat Rijk, provincie, 21 gemeenten én bedrijfsleven samen investeren in de regio. De regio wil daarom deze systematiek ook in de toekomst blijven gebruiken. Uit de vragen uit de zaal blijkt dat de raadsleden, die nu met hun raad moeten reageren op het bekostigingsvoorstel, worstelen met deze nieuwe situatie. Een belangrijke vraag is of gemeenten verplicht zijn mee te doen en wat de consequenties zijn van niet-meedoen. Het antwoord is duidelijk: geen verplichting, en bij niet meedoen moet binnen de regio over de deal opnieuw onderhandeld worden. Rijk en bedrijfsleven hebben zich al geconformeerd aan deze systematiek. Geheel vrijblijvend is het daarom ook niet omdat het Rijk en het bedrijfsleven stevig mee-investeren in dit mobiliteitspakket, onder de voorwaarde dat ook de gemeenten in de regio hieraan bijdragen.
Wat betreft de visie wordt tijdens de deelsessie gesteld dat de stormachtige economische groei die merkbaar is in heel de regio zorgt voor een gezamenlijk belang. Investeringen moeten gedaan worden op de plaatsen waar ze effect hebben. Als voorbeeld worden de hubs genoemd, waarvan de gebruikers uit een groot regionaal achterland komen: niet altijd even welkom in de gemeente waar deze wordt geplaatst, wel van belang voor een groot regionaal achterland. Het tweede voorbeeld is de mobiliteitstransitie. Deze zetten we het beste in op plaatsen waar de maatregelen het beste werken. Dit geeft elders ook weer ruimte op bijvoorbeeld de wegen, maar is ook een kans om vanuit elders optimaal gebruik te maken van het totale mobiliteitssysteem.
Volgende metropoolconferentie
De volgende conferentie zijn we aan het (her)plannen. De eerstvolgende was namelijk gepland op 22 november, en dat is de dag van de Tweede Kamerverkiezing. Het overvolle bestuurlijke najaar maakt dat we elkaar in januari weer zullen treffen tijdens een gezamenlijke regioconferentie. Meer informatie over de nieuwe definitieve datum volgt binnenkort.